Tien jaar geleden komt triagist Ilse toevallig een oude vriendin tegen bij de Action. Deze vriendin vertelde haar over het werk op de huisartsenspoedpost. “Voor mij was deze wereld nog nieuw en onbekend. Ik was meteen nieuwsgierig," zegt Ilse. "Ik draaide één dienst mee en ik was verkocht. En nu vier ik alweer mijn 10-jarig jubileum!” 

Van psychiatrie naar triage 

Ilse begon haar carrière als verpleegkundige en werkte jarenlang in de psychiatrie. “Met veel plezier,” vertelt ze. “Maar toen ik zwanger was van mijn oudste, heb ik de overstap naar de huisartsenspoedpost gemaakt. Dit werk past beter bij mijn gezinsleven.” 

Ilse werkt op de huisartsenspoedpost in Breda en is uitgegroeid tot een ervaren kracht, die naast haar werk als triagist ook coördinator van dienst (CODI) is. Met haar 'helicopterview' overziet ze het callcenter en stuurt ze bij waar nodig. 

Doorgroeien tot coördinator van dienst (CODI) 

Bij de huisartsenspoedpost West-Brabant krijgen triagisten na twee jaar werkervaring als gediplomeerd triagist de kans om door te groeien tot coördinator van dienst (CODI). De CODI houdt letterlijk en figuurlijk overzicht over de triageafdeling en neemt de leiding als dat nodig is. “Als CODI werk je nauw samen met de kernteamarts en de triagisten. Je bent verantwoordelijk voor het agendabeheer en speelt in op onverwachte situaties,” legt Ilse uit. 

Wat doet een triagist in een coördinerende dienst? 

#1 Samenwerken met de kernteamarts 
De kernteamarts en de coördinator schakelen voortdurend met elkaar om de beste zorg te verlenen. Dit gebeurt op basis van het Nederlands Triage Systeem (NTS). Dit systeem helpt om urgentieniveaus te bepalen op basis van de ernst van de klachten. Ilse geeft een voorbeeld: “Stel dat er drie zeer urgente klachten tegelijk binnenkomen. Wat doe je dan? Je moet snel beslissen hoe je de beschikbare kennis van de huisartsen verdeelt, en of je misschien hulp nodig hebt van de spoedeisende hulp.” 

#2 Agendabeheer 
Bij elke oproep van een patiënt zijn er drie mogelijke uitkomsten: de patiënt komt naar de huisartsenspoedpost, de huisarts gaat naar de patiënt toe, of er wordt telefonisch advies gegeven. “Het is belangrijk om de agenda goed te beheren,” zegt Ilse. “Tijdens een dienst heb je een beperkt aantal huisartsen en auto’s beschikbaar. Als de wachtkamer vol zit en alle huisartsen en auto’s bezig zijn, moet je keuzes maken. Soms schakel je een extra huisarts in die bereikbaarheidsdienst heeft, maar dat doe je alleen als het echt nodig is.” 

#3 Inspelen op onverwachte situaties 
Ilse vertelt dat er soms onverwachte dingen gebeuren tijdens een dienst. “De receptionist kan bijvoorbeeld melden dat er iemand onwel wordt in de wachtkamer. Als CODI neem ik dan de leiding. Ik zorg dat collega's bijspringen waar nodig, en ik regel dat het werk door kan gaan.” Ook bij technische vragen, bijvoorbeeld over computerprogramma’s, neemt Ilse de verantwoordelijkheid, zodat haar collega’s zich volledig kunnen richten op hun triagegesprekken.

Waardevol werk 

Ilse is trots op de stappen die ze heeft gezet in haar carrière. “Het werk als CODI is afwisselend en uitdagend. Je krijgt de kans om meer verantwoordelijkheid te dragen, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Maar het belangrijkste vind ik dat je altijd in dienst staat van de patiënt. Dat maakt het werk zo mooi.” 

Tot slot: Hoe werkt het Nederlands Triage Systeem (NTS)? 

• U0 - Levensbedreigend: zorg moet onmiddellijk plaatsvinden. De huisartsenspoedpost schakelt 112 in. Voorbeelden: hartstilstand, ernstige ademhalingsproblemen, bewusteloosheid. 
• U1 - Zeer urgent: zorg moet binnen 15 minuten plaatsvinden. Voorbeelden: hevige pijn op de borst, ernstige bloedingen, symptomen van een beroerte. 
• U2 - Urgent: zorg moet binnen 1 uur plaatsvinden. Voorbeelden: acute benauwdheid, hevige pijn, koorts bij pasgeborenen.
• U3 - Dringend: zorg moet binnen 3 uur plaatsvinden. Voorbeelden: aanhoudend braken bij kinderen, ernstige oorpijn, hevige buikpijn.
• U4 - Niet dringend: zorg moet binnen 24 uur plaatsvinden.Voorbeelden: lichte koorts, huiduitslag zonder alarmerende symptomen.
• U5 - Advies: geen directe medische hulp nodig, advies of zelfzorg volstaat. Voorbeelden: lichte verkoudheid, vragen over medicatie of wondverzorging.